Geboorte in Bethlehem, geboorte in je ziel
Bezinningsdag 'Op weg naar Kerstmis'.
Deze dag wordt begeleid door Marika Meijer.
Groningen, 28 november 2015
(verslag is samengesteld door Agnes de Vries)
Op deze dag in de advent hebben we ons vrijgemaakt voor verdieping, ontmoeting, nieuwe gezichtspunten, een goed gesprek. Hierdoor ontstaat in ons een innerlijke ruimte. Die innerlijke ruimte zal straks in het verhaal over Eckhart, terugkomen. Meister Eckhart was een dominicaan uit de middeleeuwen (1260-1328).
Uit de tekst van Marika Meijer:
De titel van deze dag klinkt raadselachtig: Geboorte in Betlehem, geboorte in de ziel. Geboorte in Betlehem komt ons vertrouwd voor: Jezus Messias wordt geboren in een nederige stal in een verre uithoek van Palestina. Gods zoon in een kribbe. Maar geboorte in de ziel?
Bedoeld wordt hier onze eigen ziel. In ons wezen, in ons innerlijk, daar waar we zijn en wie we ten diepste zijn, ook daar kan God geboren worden.
Dat is althans de ervaring van mensen die we mystici noemen. Een paar van die ervaringen en gedachten gaan we vandaag verkennen, er even aan raken, proeven.
We richten ons straks op Eckhart, maar we verkennen eerst het begrip mystiek. -
1) Wat is mystiek?
Een mystieke ervaring is een beleving en een weg.
Een beleving dat wil zeggen een bewust ervaren van aanraking, nabijheid; nabijheid van de bron van het leven, van God. Een ervaring van een alles omvattende aanwezigheid, van zien en gezien worden. Dit is niet af te dwingen, deze ervaring breekt door.
Kunnen we dit ontvangen?
Wat brengt de mens in de sfeer van ontvangen? Ook hierin kan Eckhart onze leermeester zijn.
Door deze plotselinge ervaring van zien en gezien worden, dit moment van eenheid, van Godsontmoeting verandert het leven van deze mens. Je bent tot in je diepste wortels van je bestaan geraakt.
We lezen korte teksten om te 'proeven' wat mensen er zelf over vertellen:
Tekst van Marika Meijer:
Toen de filososoof Blaise Pascal overleden was, vond men in de zoom van zijn jas een briefje met een ervaring , die hij altijd bij zich droeg: –
"Het genadejaar 1654, maandag 23 november, vanaf ongeveer half elf 's avonds tot half één 's nachts. Vuur. God van Abraham, God van Isaak, God van Jacob. Niet de God van filosofen en geleerden. Zekerheid. Zekerheid. Gevoel. Vreugde. Vrede . (...) Vreugde, vreugde, vreugde. Tranen van vreugde."
– Blaise Pascal, 17e eeuw, gedeelte uit een brief, genaaid in de zoom van zijn jas-
Pascal heeft geen woorden genoeg om zijn mystieke ervaring uit te drukken. Het gaat woorden te boven. Het is niet te beschrijven.
2) Wat is de doorwerking van deze mystieke ervaring?
Geen situatie van 'zitten op een roze wolk'.
Maar een begin van een een nieuwe weg. Er is even een gordijn weggeschoven. Een moment van een andere kijk op de werkelijkeid. Maar als dat gordijn weer gesloten is wacht de dagelijkse realiteit. Maar in die dagelijkse realiteit is mijn vroegere kijk minder belangrijk. De herinnering van dat moment blijft. Ik kan dat niet ontkennen. Hoe verander ik? Het verlangen naar dat moment blijft. Krijg ik die ervaring weer? Dit kan een lange donkere nacht betekenen. Houd ik het hierin uit?
3) Meister Eckhart
Marika noemt drie kenmerken van Eckhart die belangrijk zijn voor die geboorte in de ziel.
3.1 De adel van de ziel.
Tekst van Marika Meijer:
– Waar Eckhart zijn hele leven vol van was en waar hij onvermoeibaar over preekte, in de volkstaal (Duits), dus voor gewone mensen, is de adel van onze ziel. Wij zijn koningskinderen, allemaal. Niet omdat we zelf zo goed zouden zijn -we zijn mensen met fouten en tekortkomingen- maar omdat God ons geschapen heeft als koningskinderen. Wij zijn van adel, omdat we een ziel hebben. We zijn nietige wezens, voorbijgaand, met zwakheden, fouten, zondigheid, we zijn sterfelijk.... Maar we zijn ook ZIEL. In Eckharts taal is ziel de eigenlijke mens. En de ziel, ons wezen, onze diepste grond, is een onuitsprekelijk geheim. Het is de rustplaats voor God. –
"Nergens is God zo eigenlijk God als in de ziel. In al het geschapene is iets van God, maar pas in de ziel is God goddelijk, want zij is zijn rustplaats. (Dilectus Deo Q 33)"
3.2 Laten, gelatenheid, afgescheidenheid.
Om ontvankelijk te zijn voor dit goddelijke geheim moeten wij loslaten.
Wat moeten we loslaten?
Onze ik – binding. We zitten vast aan onszelf, ons egoïsme, ons grote gelijk, ons eigenbelang, onze gekrenkte trots, én aan onze godsbeelden.
Eckhart roept ons op om bij onszelf te komen, om de deur te openen.
Door het loslaten van je ik – binding oefen je in vertrouwen, in het je toevertrouwen.
Vrij van het ik-gericht zijn word je vrij voor God. In deze vrijheid, in deze leegte is er ruimte om te ontvangen.
Deze weg is niet een hoogdravende weg, maar een weg die plaatsvindt in het gewone dagelijkse leven.
Tekst van Marika Meijer:
– Godsbeelden en religieuze gevoelens kunnen helpen, maar ze kunnen ook in de weg zitten. Laat ze los en ga open voor het geheim dat zich aan jou wil openbaren. Want God is in de kerk te vinden, maar evengoed in de stal en bij het haardvuur. In het wel en wee van het gewone leven, daar vindt deze weg plaats. –
"Al was een mens in een extase zo groot als die van St. Paulus, en hij wist dat een zieke een soepje van hem nodig had – dan zou ik het het beste vinden als hij uit liefde die extase losliet en in groter liefde de zieke zou dienen." (Reden der Unterweisung 10)
Loslaten gaat nooit vanzelf. Loslaten kan een ervaring oproepen van niet weten, leegte, de grijsheid van het dagelijks bestaan. De mystieke ervaring lijkt ver weg. Maar de herinnering blijft en de belevenis heeft iets veranderd in de mens. Heeft iets veranderd in zijn kijk op de wereld, heeft iets veranderd in zijn diepste wezen. Welke weg wijst Eckhart aan?
– weet dat de ziel van de mens van adel is
– weet dat de weg van loslaten gaat door leegte en woestijn heen
– en als laatste kenmerk noemt Eckhart: de geboorte van God in de ziel.
3.3 De geboorte van God in de ziel.
Tekst van Marika Meijer:
– Geboorte in Betlehem, geboorte in de ziel. Geboorte in Betlehem komt ons vertrouwd voor: Jezus Messias wordt geboren in een nederige stal in een verre uithoek van Palestina. Gods zoon in een kribbe. Maar geboorte in de ziel?
Bedoeld wordt hier onze eigen ziel. In ons wezen, in ons innerlijk, daar waar we zijn en wie we ten diepste zijn, ook daar kan God geboren worden.-
– Als Eckhart spreekt over de geboorte van God in de ziel, dan sluit hij aan bij de kerkvaders
( 2e – 4e eeuw) die spraken over de geboorte van Christus in de harten van de gelovigen. Eckhart geeft daar een eigen kleur aan. Met de geboorte van God in de ziel wordt bedoeld: het vruchtbaar worden van de diepste intimiteit van God in de mens. God wordt in die mens geboren, die mens wordt in God geboren. –
"God verlangt zozeer naar jou alsof heel zijn zaligheid ervan afhing.
Nu dan, lieve mens, wat schaadt het je als je God vergunt, God in je te zijn? Treed volledig uit jezelf omwille van God, dan treedt God volledig uit zichzelf om jouwentwil. Wanneer deze beiden uittreden, dan is wat blijft een enkelvoudig één. In dit ene baart de Vader zijn Zoon, in de binnenste welling." (In hoc apparuit Q6)
4) Stemmen uit onze tijd
Aandacht voor de mensen uit de huidige tijd.
In ons programma staan teksten van Etty Hillesum, Dag Hammarskjöld, Carine Philipse en Toon Hermans.
De opdracht aan ons is kies in stilte een tekst uit die jou het meeste aanspreekt. Ga daarna in kleine groepjes uitwisselen wat je geraakt heeft in jouw tekst.
5) Twee teksten van Marika Meijer
Levensloop (kwam tussendoor aan de orde)
Eckhart werd geboren omstreeks 1260. Als 15 jarige jongen trad hij in bij de dominicanen in Erfurt, oostelijk Duitsland. Hij studeerde in Erfurt, Keulen en Parijs.
In Parijs behaalde hij zijn Magistertitel (vandaar 'Meister' Eckhart).
In de loop van zijn leven was hij werkzaam op verschillende terreinen: wetenschap en onderwijs, bestuur van de orde, geestelijke begeleiding en prediking. Hij was professor (magister) in Parijs en Keulen aan de universiteit en aan de opleidingen van zijn orde. Hij was een groot geleerde, thuis in de filosofie van Plato en Aristoteles, de theologie van de kerkvaders en de latere theologen, hij schreef wetenschappelijk werk, traktaten en preken in het Latijn en het Duits en doceerde aan de net opgerichte Parijse universiteit.
Hij preekte in de volkstaal, juist om 'gewone mensen' te onderrichten. Zijn Duitse preken zijn opgetekend en overgeleverd. Ook veel van zijn Latijnse werk is bewaard gebleven. Heel zijn leven werd hij gevraagd voor bestuurlijke taken: was prior in Erfurt, en provinciaal en vicaris-generaal van grote gebieden als Saxonia (van Zeeland tot noord-oost-Duitsland), Teutonia (zuid-Duitsland), Bohemen (oost-Duitsland).
Ergens tussen 1307 en 1310 stichtte hij o.m. een klooster in Groningen. Voor Generaal Kapittels reisde hij naar Straatsburg en Napels. Het reizen ging te voet en was zwaar. De winters waren bijzonder koud (in die periode viel de 'kleine ijstijd') en onderweg werden reizigers dikwijls belaagd door rovers en wilde dieren.
Geestelijk begeleider en prediker was Eckhart in dominicanessenkloosters en begijnengemeenschappen. Er wordt wel gezegd dat hij evenveel van hen leerde als zij van hem.
De laatste jaren van zijn leven werden overschaduwd door conflict en een ronduit vijandige bejegening van de kant van de aartsbisschop van Keulen en zijn vazallen. Jaloezie speelde een rol, en de rivaliteit van wereldheren tegenover kloosterlingen. Eckhart werd van ketterij verdacht en er werden inquisitieprocessen tegen hem in gang gezet. Dat hij in de volkstaal preekte, dat hij dus gewone, niet geletterde, mensen wilde bereiken, was een reden temeer om hem te vervolgen.
In een uiterste poging om bij de paus zijn visie te verhelderen, reisde hij naar Avignon. Daar of op de terugweg is hij gestorven, en de paus, die door eigen besognes niet genoeg aandacht voor hem had, heeft op een aantal punten zijn werk toch als ketters veroordeeld.
Die veroordeling dateert van 1329, en Eckhart is dan al overleden, misschien met de gedachte dat al zijn zwoegen tevergeefs was geweest. Maar hier zijn wij – bijna zevenhonderd jaar later, en laten ons door zijn woorden inspireren.
Enkele misverstanden rond mystiek
1. Door allerlei visies en meningen wordt mystiek op afstand geplaatst. In de protestantse tradities is mystiek dikwijls negatief geduid als 'eigen werkzaamheid' tegenover Gods openbaring en Gods genade. God openbaart zich aan ons; wij kunnen niet 'omhoog klimmen' om iets van God te weten te komen. Maar wie de mystici leest of beluistert, weet dat zijzelf deze ervaring inderdaad ook beleven als iets wat hen gegeven wordt, wat geopenbaard wordt. Deze ervaring geeft hen een nieuwe blik op zichzelf, anderen, God, de wereld. Een nieuw uitgangspunt een nieuw begin, een geboorte.
En ook in de protestantse traditie komen mystieke ervaringen voor. Die geloofsbeleving wordt wel 'bevindelijkheid' genoemd.
Ik meende ook
de Godheid woonde verre,
in eenen troon,
hoog boven maan en sterre,
en hefte menigmaal mijn oog
met diep verzuchten naar omhoog,
maar toen Gij U beliefde te openbaaren,
toen zag ik niets van boven wedervaaren;
maar in den grond van mijn gemoed
daar werd het liefelijk en zoet.
Daar kwaamt Gij
uit de diepten uitwaarts dringen,
en, als een bron,
mijn dorstig hert bespringen,
zodat ik U, o God, bevond
te zijn de grond van mijnen grond.
Jan Luyken, dichter, schilder, etser (1649-1712)
Werd na een religieuze ervaring doopsgezind
2. Ook in de katholieke traditie is mystiek vaak naar de marge geschoven en vanaf de 14e eeuw veelal met argwaan bekeken. De dominante theologie werd rationeler en dwingender. Ook mystici vielen ten prooi aan de inquisitie en aan heksenprocessen. De fundamentele vrijheid die de mystieke ervaring met zich meebrengt, past niet in ideologische kaders van welke aard ook. Ook het werk van Meister Eckhart werd op een aantal punten als ketters of van ketterij verdacht veroordeeld. Tevergeefs heeft hij geprobeerd zijn visie te verduidelijken, maar stuitte op een muur van jaloezie, politiek gekonkel, onbegrip en onwil.
3. In het dagelijkse taalgebruik wordt mystiek vaak gelijkgesteld aan iets geheimzinnigs ("er hangt hier een mystiek sfeertje" of in een parfumreclame: "een mystieke geur"). Ook wordt mystiek wel vereenzelvigd met bijzondere verschijnselen als visioenen, extasen, levitaties. Maar degenen die dit overkomt, ervaren die bijzondere dingen als secundair, een lastig bijverschijnsel. Ook zou mystiek zweverig zijn, emotioneel, niet wetenschappelijk verantwoord. Maar de mystici zelf (van ongeletterde mensen tot grote geleerden) zeggen: deze ervaring gaat niet tegen de ratio in, hij gaat erbovenuit. Het is niet irrationeel, maar supra-rationeel (Thomas van Aquino). Ze waren en zijn zelf nuchtere, reële mensen, met verantwoordelijk en praktisch werk. Maar tegen het verwijt van 'zweverigheid' is verder niet veel in te brengen. Mystieken hebben een diepere dimensie van de werkelijkheid geschouwd. Anderen doen dat gemakkelijk af als 'zweverig'. Met dat etiket zijn ze er dan klaar mee. (Op de bezinningsdag zei iemand: misschien zijn we wel te bang om voor zweverig uitgemaakt te worden. En een ander: hoe zouden we onze gevoeligheid ervoor kunnen vergroten? Begin eens met niet te oordelen, of schort je oordeel tenminste op, plak even geen etiket. Wees benieuwd, vraag na: wat heb je dan ervaren, wat betekent dat voor je, heeft dat verband met je dagelijkse leven, vind je het zelf 'zweverig' of is het iets reëels voor je? )
4. Het laatste misverstand is heel algemeen. Mystiek wordt vaak gezien als iets wat niet bij gewone gelovigen hoort, maar meer iets is voor heiligen en kloosterlingen, of mensen die een beetje buiten of boven de werkelijkheid staan. Niet voor 'nuchtere' en praktische mensen. Daarmee doen we onszelf tekort. Mystici wonen zowel in als buiten kloosters, en vaak leiden zij een zeer praktisch, nuchter en sociaal leven. In het EO programma De Verandering vertellen mensen over wat hen is overkomen waardoor ze radicaal anders zijn gaan leven. Vaak zijn dat mystieke ervaringen, ervaringen van direct door God te zijn aangesproken, 'in het nekvel gegrepen'.
Wanneer we mystiek op afstand plaatsen als niet bestemd voor gewone mensen zoals wij, dan doen we onszelf tekort. De kennismaking met de mystiek kan juist herkenning geven, verrassend en verdiepend zijn en ons steunen en inspireren in ons leven van alledag.
Marika Meijer