HET BOEK VAN LOED LOOSEN: HET DERDE TESTAMENT

 

Wat bracht hem ertoe om “Het derde Testament”te schrijven?

Loed werd ziek en kon geen afspraken meer maken want hij wist niet of zijn zwakker wordende gezondheid het toeliet om een afspraak na te komen.

Toch hij wilde zo graag zijn overtuiging, zijn liefde voor de Schrift overdragen. En zo is hij begonnen met dit boek, niet wetende of hij het af zou maken. Het is dan 2004. En bij een second opinion in Rotterdam had een dokter over zijn levensduur gezegd: u moet er rekening mee houden dat u misschien het eind van het jaar niet haalt. Dat was een klap voor hem. En toch heeft hij doorgeschreven, het boek afgemaakt, maar als u dit weet, en u leest een zinnetje als: er zijn dingen die ongevraagd op je levenspad komen…dan beseft u wat er in hem is omgegaan. Wat er staat heeft hij niet zomaar geschreven. Maar tussen de chemokuren door. 

Het boek is uitgekomen. Loed heeft zelfs nog genoten van het bericht dat er een tweede druk kwam, omdat de eerste oplage was uitverkocht.

Hij is gestorven op 20 december 2005, dankbaar, zoals hij zei, dat hem een extra jaar geschonken was.

 

Wat zei hij zelf over zijn boek?

De verhalen van die beide Testamenten houden we in ere, niet omdat ze ons informeren over het verleden, maar omdat ze nog steeds licht kunnen werpen op ons eigen leven nu. De Bijbel gaat nameljk niet over vroeger, maar wil ons de ogen openen voor wat er aan de orde is in de realiteit van ons geleefde leven vandaag. In die zin kun je zeggen: we komen zelf in die verha­len voor.

De Bijbel reikt ons een aantal beelden en sleutelwoorden aan, die ons kunnen helpen om de betekenis van ons eigen leven te leren ver­staan.

Daarom gaat het uiteindelijk niet om het Eerste en Tweede Testament, maar om de vraag hoe die oude verhalen doorwerken in onze tijd en hoe ze ons beïnvloeden bij het schrjven van onze eigen levensverhalen.

Want wij mogen het bijbelverhaal als het ware verder schrijven. Ik zou dat het Derde Testament willen noemen.

De tekst van de Bijbel ligt vast. Zwart op wit. Al eeuwen lang. De Schrift is afgesloten. Maar dat mensen ook in onze dagen iets op het spoor komen en ervaren van het Mysterie van God, dat is allesbehalve afgesloten. Openbaring gaat nog steeds door.

De tekst van het Pinksterverhaal ligt vast. Maar dat wil niet zeggen, dat sindsdien de Heilige Geest niet meer in onze geschiedenis werkzaam is. De Bijbel is geen gesloten Boek, maar zet ons op weg naar het vervolg ervan in onze tijd. Als er dus geschreven staat: "het geschiedde in die dagen", dan wil dat zeggen: "het kan gebeuren in onze dagen".

Zonder dat Derde Testament blijven de eerste twee eigenlijk een dode letter.

 

Daarom gaat hij telkens als volgt te werk.

Eerst geeft hij een tekst, uit het eerste of tweede testament. En maakt duidelijk wat daar staat. Zorgvuldig en aandachtig lezen. Wat valt je op, waar blijf je bij haken, wat betekent dit of dat woord?

De tekst laten spreken.

 

Maar daarna komt de tweede stap: waarom wordt ons dit verteld?

Maken wij dat ook mee? Kan deze tekst ons bemoedigen, troosten, inspireren? En dit gedeelte moedigt ons aan, om ons eigen verhaal te leggen naast de verhalen uit de Schrift: want ook wij komen voor in het grote verhaal van God met de mensen. En dat laatste noemt hij dan ook, het derde testament.

 

Zulke avonden zouden op het programma van het Leerhuis kunnen staan, als u dat een goed idee vindt.

 

Loed had nooit zelfverzekerde, flinke woorden als hij met eerbied sprak over God. Hij had er weet van dat wij mensen steeds weer bekoord worden om ons geloof te laten verworden tot leerstelligheid.

Daarom probeerde hij telkens weer, met welgekozen woorden, ons gevoelig te maken voor de Schrift, voor het leven dat daar in doorklinkt.

Geef het leven de kans om je te laten ontdekken wat er bedoeld wordt met dat woordje: God. Het leven. Want, zei hij, wij blijven altijd leerlingen van het leven, tot aan onze dood.

Hij deed dat met grote eenvoud, had niet de pretentie weidse vergezichten te openen, maar zei:

ik ben gelukkig als ik hier en daar een raampje open mag zetten, dat er licht en leven binnen kan komen. Dat er weer uitzicht voor mensen komt en perspectief.

 

 

Wat zei hij zelf over dit boek?

“In mijn jarenlange bezinningswerk heb ik altijd geprobeerd om twee kanten van ons leven bij elkaar te houden:

enerzijds proberen open te staan voor het beroep dat het leven op ons doet. En daar niet voor weg lopen. Geloven is namelijk ook: gehoor geven aan wat er van ons gevraagd wordt.

Dat staat symbolisch samengevat in de Tien Woorden.

Daarbij heb ik altijd benadrukt, dat we het Mysterie van God nooit te zien krijgen. Je kunt dat nooit fotograferen.Maar je kunt in je leven wel iets op het spoor komen van Gods bedoelingen met ons leven als mensen met elkaar.

Je hebt geen gestalte gezien, er was alleen maar een stem.

Voor mij een voorkeurstekst. Niet voor niets is dat het eerste hoofdstuk van mijn “Derde Testament.”

Van de andere kant: in mijn retraites, bezinningsdagen, weekends, cursussen etc heb ik proberen door te geven van wat ik zelf steeds meer ben gaan zien als iets dat voor mijzelf belangrijk is geworden:

naast ons engagement is er ook inkeer nodig, stilte, bezinning, je binnenkant niet verwaarlozen, goed luisteren naar wat er nu eigenlijk omgaat in jezelf.

Want als je stil wordt, dan hoor je iets. Niet voor niets heb ik in mijn boek ook een hoofdstuk gewijd aan “gebed”.

Vandaar de keuze uit het evangelie over Jezus die de inkeer en de stilte zoekt. Dat had hij kennelijk ook nodig.

Daarom ben ik – zeker vanaf mijn periode in Deventer (1979 - 1992) steeds meer bezig geweest met spiritualiteit, zeg maar: de belevingskant van het geloof.

Mijn aandacht ging naar de vraag: “hoe blijf ik temidden van het overstelpend vele dat op ons afkomt, in de buurt van wat mij innerlijk inspireert en vitaliseert? Zodat we ons niet laten verlammen door wat tegenvalt. Ook in de Kerk. En hoe kan ik dat met anderen delen? En hoe geef je dat door?

Dat heb ik geprobeerd in de bezinningsdagen, de leerhuizen in Heerenveen, voor de Raad van kerken in Haren, in Groningen, op de pastorale school, in Noord- Groningen, in Oost-Groningen. enz.

Tot mijn verwondering werd daarbij gaandeweg de bijbel steeds meer een geweldige bron. De zeggingskracht van de oude verhalen was groter dan ik vroeger wel gedacht heb. Mede doordat ik van anderen geleerd heb, dat je de bijbel “met nieuwe ogen”kunt lezen. Maar ook daarbij ging ik steeds meer merken: je moet de “exegese”(uitleg van de tekst) in de buurt houden van de “spiritualiteit”(hoe je in het leven staat). Want bijbelkennis op zich blijft koud en afstandelijk.

Ik heb aan het daarmee bezig zijn veel vreugde beleefd. Ik was graag “leraar”. Maar dat kun je alleen maar zijn, als je zelf ook leerling blijft. Je bent tot je dood leerling van het leven.

Ik was natuurlijk dankbaar, dat dat mij ook wel lag.

Ik heb in mijn leven dingen mogen doen, die in het verlengde lagen van mijn eigenheid en van mijn mogelijkheden. Dat is geen “prestatie”, want het wordt ons gegeven dat je mag geven.

Dat neemt niet weg, dat mijn leven – zoals dat van ieder – ook moeilijke periodes heeft gekend. Niemand krijgt het cadeau. Maar ik heb o.a. via de Bijbel geleerd, dat een crisis in je leven ook de poort kan worden naar iets nieuws.

En wat ook belangrijk is: als er niet zo ontzettend veel mensen waren geweest die mij hun vertrouwen hebben gegeven en mij trouw zijn gebleven, dan had ik het niet gered.

 

Als wij elkaar dat vertrouwen geven, kunnen wij dan samen werken aan de toekomst van de Kerk? Kunnen wij dat? Als wij erop vertrouwen dat de Geest van God in de buurt blijft en ons het elan geeft en de veerkracht, dan kunnen wij met overtuiging zeggen”: Yes! We can.

Dat is de hoop, het diepe vertrouwen, dat er op die oude tronk van het verleden, iets nieuws kan gaan groeien..

En dat vertrouwen spreken we nog eenmaal uit in het lied:

Die mij droeg op adelaarsvleugels.

 

Die mij droeg op adelaarsvleugels
die mij hebt geworpen in de ruimte
en als ik krijsend viel mij ondervangen
met uw wieken en weer opgegooid
totdat ik vliegen kon
op eigen kracht.

 

Leerhuis Stad en Ommelanden zaterdag 8 november 2008. T.Bakels S.J.